Reisverslag 69

Plaats: Frankrijk - Engeland;  Loctudy  - Guernsey

Datum:  21 t/m 27 mei

21 mei
De buren starten hun motor, wat me wakker maakt, want zij wilden naar Camaret en wisten te vertellen dat je dan het tij mee moet hebben om er vlot te komen. Het weer is aantrekkelijk, dus ik por Hanny voorzichtig, zet koffie en theewater op, stop een envelop met het havengeld in de brievenbus van het havenkantoor en gooi de trossen om 8.15 uur los.
Je moet hier in de buurt wel donders oplettend navigeren, want her en der ligt een verassing onder de zeespiegel. We motoren het eerste stuk recht in de wind tot we de bocht om kunnen. Op een gegeven moment hijs ik het grootzeil er bij, en op dat moment vertoont de motor weer kuren, weer inhouden en uiteindelijk weer stilvallen. Weer het oude liedje van een verstopping in de brandstofleiding (we hobbelen hier behoorlijk inmiddels, dus alles komt weer los in de tank) Ik zet een puntje fok bij en we lopen mooi in de wind op net om de ondieptes heen.
De wind neemt intussen wel wat toe, en door de ongelijke bodemstructuur zijn hier af en toe vrij onvoorspelbare golven die ons behoorlijk door elkaar schudden.
Op een gegeven moment komt er een bui over en zie ik de windmeter de 27 kn. passeren, door de regen slaan de golven even plat. Gelukkig duurt dit maar 10 minuten en schijnt daarna het zonnetje weer lustig. We kunnen nog verder afvallen en de boot schiet vooruit, op de punt bij Raz de Sein schieten we met ruim 10 kn. de hoek om door de stroming die hier staat.
Ik vond het een heerlijke zeiltocht, Hanny dacht er wat anders over.
Om 16.30 leggen we aan in Camaret, de wind haalt intussen nog meer aan, en de weersverwachting voorspelt Bft. 7 voor de komende 24 uur, dus we brengen wat extra lijnen aan. We blijven hier maar een nachtje langer om de zee wat uit te laten loeien.
Ik tref nog wel andere zeilers die morgen willen oversteken naar Engeland (ca 130 mijl) “lekker windje in de rug, dat gaat tenminste snel” krijg ik van hen te horen, een heel andere benadering dus.

22 mei
We gaan Camaret verkennen, er ligt een geweldig grote aluminium zeilboot voor de wal. “Tara”, het schip ziet er uit alsof het zeer ingewikkelde expedities in bijzondere gebieden maakt. Hij ligt droog bij eb, is dus uitgerust met zwaar(den) om droog te vallen of in ijsgebieden uit te varen, een bijzonder gevaarte. www.taraexpeditions.com stond op de romp, maar dat hebben we nog niet bekeken.
Camaret is een aardig, toeristisch stadje, met een buiten- en een binnenhaven, wij liggen in de buitenhaven. In de binnenhaven liggen voornamelijk kleinere schepen. Er is hier een behoorlijk verval zodat bij eb diverse schepen droog vallen. Bij de binnenhaven liggen een aantal vissersschepen te verrotten (zij noemen het een botenkerkhof). Ze laten ze blijkbaar liggen als publiekstrekkers, het is een imposant gezicht in ieder geval, vooral als het eb is.
In het stadje zijn een behoorlijk aantal galerietjes. Je ziet er leuke en bijzondere dingen, veel typisch Bretonse schilderkunst. De meeste erg kleurrijk.
Het is zondag, maar de supermarkt is ’s ochtends gewoon open dus we doen even nog even wat boodschappen. Op een terrasje drinken we een drankje, waarna we de boot weer opzoeken. Het is winderig weer, met af en toe een spatje en af en toe zon, dat scheelt dan onmiddellijk een jas.
Achter ons liggen Engelsen met een gloednieuwe Beneteau 473 die ze opgehaald hebben uit Les Sables d’Olonne. Ze nodigen ons uit voor een drankje en zo zien we nog weer eens een 473 van binnen (erg groot, maar wel mooi). Zij willen oversteken naar Wales, waar Holyhead hun thuishaven is. Ook zij wachten de storm af.

23 mei
25 jaar getrouwd; dit jaar op de boot zien we maar als ons cadeau, dus thee op bed met een cracker, meer zit er niet in voor m’n prinsesje.
“En dan moet ze ook nog zeilen vandaag”. Het is prachtig zeilweer, en dan kunnen we de punt van Bretagne om naar L’Aberwrac’h, hoe bedenk je zo’n naam. Een tocht van ca. 35 mijl.
Het zonnetje blijft de hele dag bij ons en de wind komt na de eerste 8 mijl kruisen in de rug als we de hoek om zijn. Dit is in de aanloop bij de nog pittige wind een hobbelig gebeuren, vooral vlak voor de hoek bij Le Conquet gaat het behoorlijk te keer. De gunstigste tijd om er door te varen is bij laag water, en ik had bekeken dat dit om 12.00 uur zo zou zijn. Precies om 12.00 uur varen we dus de passage in, en warempel het water lag er rustig bij. Marco en Thalita hebben hier met hun 16 m. catamaran op de kop gestaan, zij gingen wind tegen stroom, wij gaan gelukkig precies volgens het boekje. Voor de rest is het goed uitkijken waar je vaart, her en der liggen wat gevaarlijke rotsen onder water. Maar ze staan goed op de GPS kaarten, dus dat gaat verder moeiteloos. Het is een fantastische dag op zee, en een goed gevoel dat we de Golf van Biskaje hebben bedwongen, het is een prachtig zeilgebied, met veel interessante plekjes. Ook hier kun je wel een heel seizoen rondzwerven zonder je te vervelen. De Biskaje is vriendelijk voor ons geweest, en we hebben nog nooit zo veel kunnen zeilen zonder de motor (erbij) te hoeven gebruiken. We hebben het meest voor de wind gehad.
L’Aberwrac’h is een rivier waar we aan een ankerboei moeten aanleggen. De steiger is niet bedoeld voor “visiteurs”, dus we pakken de rubberboot om naar de wal te gaan. Naast ons ligt een fraai jacht uit Lemmer aan een boei, maar daar is niemand aan boord. De natuur is hier zeer boeiend, er is een groot verval tussen eb en vloed en bij eb zie je o.a. allemaal oesterbanken droogvallen ook vliegen er allerlei vogels om ons heen, en in de verte hoor ik zelfs weer een koekoek.
Ik ga aan wal om de zaak te verkennen, de Engelsen uit Camaret waren ons gevolgd, dus die bied ik ook een lift aan. John en ik gaan dan op zoek naar een respectabel restaurant waar ik Hanny mee naar toe kan nemen. We hebben van alles gezien, pizzeria’s, kale koppen cafés, cafetaria’s, dus dat leek niet best. Op het laatst zien we nog een restaurant wat in de steigers staat om geverfd te worden, en dat bleek geopend te zijn. De kaart zag er goed uit en het restaurant leek het heel gezellig. Toch nog geluk. Het weer wordt er niet beter op, regen, wind en koud. Als we terug varen naar de boot nodigt de Engelsman ons uit voor een koude champagne die hij in de koelkast had staan en dat sla ik niet af natuurlijk. Hanny maakt zich nog mooier dan ze al is, ik trek een nette uitrusting aan en via de Engelsen gaan we naar het restaurant. Een voltreffer, we hebben er heerlijk gegeten van de mooi opgediende gerechten en in een prima ambiance, na het toetje “Trésor d’Armor” kan het niet meer stuk. Met een prachtig uitzicht op de Alegria. We zijn bijna de laatste gasten, en als we naar buiten gaan biedt de kok spontaan aan ons naar de haven te brengen, want het regent inmiddels behoorlijk. We sluiten de bijzondere dag en avond af met een cognacje aan boord. Samen besluiten we: op naar de volgende 25 jaar!

24 mei 
Als we wakker worden liggen we vlak naast de boot uit Lemmer, en het blijkt zelfs dat we hem geraakt moeten hebben, want onze vlaggenmast ligt dwars achter de boot, ik zie geen verdere schade nog bij hem noch bij ons, maar hij komt met zijn hoge romp regelmatig tegen de stroom inzeilen bij een vlaag wind. We besluiten maar aan een andere boei te gaan hangen, een stukje verderop. Het is nog te vroeg om te gaan, want onze volgende haven is alleen bereikbaar 4 uur voor en na hoogwater.
De weersverwachting was redelijk, wel wat wind maar aflandig, dus we besluiten ondanks de miezerige omstandigheden om het volgende traject af te leggen. Alles zeevast, en om 10.30 uur de tros los. Als we de haven uitlopen en onder zeil zijn, komt er onverwacht veel wind om de hoek, Hanny vindt het niet leuk, en voor mij was het ook vreemd dat de wind zoveel sterker was als in de voorspellingen, deze gaven aan dat het 21 a 23 kn. zou waaien, maar onze meter gaf meer dan 32 kn. aan in vlagen. We besluiten om om te keren, en we gaan weer aan de boei liggen die we net verlaten hadden. Het aanpikken van een boei mislukt een keer, en dan gaat er opeens van alles mis. Als we de 2e keer wel hangen glipt de pikhaak overboord waar de boeienhaak mee kan worden gebruikt. Als een haas de rubberboot te water, motor aangehangen en achter de pikhaak aan, gelukkig is hij blijven drijven en kan ik hem snel weer oppikken. (de rubberboot is nog nooit zo snel gelanceerd)
Met de rubberboot naar de wal om boodschappen te doen, dit betekent een loopje van 2 km. berg op en met boodschappen weer terug bergje af. Wel door een fraai landschap met mooie huizen, dus dat vergoedt veel.
We nodigen de Engelsen uit voor een borreltje en aansluitend nuttigen we erwtensoep met worst (gekregen van Brord), het is eigenlijk ook wel “erwtensoep weer”. Hopelijk is het morgen beter.

25 mei
Mooi weer, zonnetje en een lopend windje. We gooien om 9.30 uur de boei los en gaan richting Trebeurden. Ik heb me totaal verkeken op de stroming, we schieten nauwelijks op slechts 3 kn. Het duurt dan ook tot 18.30 deze trip. Gelukkig met mooi weer al draait de motor wel de hele dag mee, anders schiet het helemaal niet op. Als we Trebeurden naderen wordt het opeens warmer, bodywarmer uit, trui uit en als we in de haven liggen is het 24 C, als een föhn valt de warmte over ons heen.
Trebeurden is een vrij nieuwe jachthaven die droog valt. De sluisdeur houdt het water in de haven vast en hij is bij laagwater dus niet te bereiken. De deur is dicht van 00.00 uur tot 5.10 uur. Dit komt goed uit, want we willen zo vroeg mogelijk uitvaren richting Guernsey.
We eten een crêpe op het terras aan de haven en lopen nog even een deel van Trebeurden door. Het is een prachtige omgeving met veel grote luxe huizen met fraaie tuinen er omheen.
De helft van de luiken zijn dicht; het is een zomerdorp waar veel mensen een tweede woning hebben. De haven heeft alle faciliteiten, de prijs is er ook naar (€ 29 euro p/n), al moet je voor douchen nog eens extra € 2,- per persoon betalen. Maar we hebben gelukkig een fijne douche aan boord.
We drinken op ons eigen terras nog een borreltje met 2 Fransen die we eerder ontmoet hadden. Zij zijn onderweg met hun 94 jarige moeder, die onverstoord de grootste stormen doorstaat binnen in het schip zonder zeeziek te worden. Ze is niet zo snel ter been meer, maar binnen in de boot blijkt ze zich goed te kunnen redden, geweldige manier om zo oud te worden.

26 mei
De wekker op 5.00 uur, aankleden, koffie zetten en trossen los. De ochtendstond heeft goud in de mond. Het is prachtig, terwijl aan de ene kant de nog bijna volle maan verbleekt, komt aan de andere kant de zon op. Het waait ook een beetje dus al ras de zeilen er bij en met stroom mee gieren we 8,5 a 9,7 kn. om “Les Cept Iles” heen de goede kant op naar Guernsey. Halverwege de ochtend neemt helaas de bewolking weer toe en op zee wordt het zicht beduidend minder. Ook de wind, dus zeil als steunzeil en motor erbij. Om 11 uur valt de mist om ons heen en wordt de radar bijgezet. Op minder dan 1,5 mijl passeren boten, die met het blote oog niet meer te zien zijn.
Hanny is boos, eerst Gibraltar in de mist, Marokko niet kunnen zien en nu Guernsey pas van zeer nabij als een schim te onderscheiden, “en het mooie weer komt iedere keer net achter ons aan” moppert ze. Gelukkig duurt dit maar even.
Om 14.00 uur komen we aan in de haven van Guernsey, waar we naar een ponton gedirigeerd worden waar we moeten wachten tot we in de haven terecht kunnen, want i.v.m. het tij kun je daar maar beperkt invaren. Het tij is hier bijna 11 meter, een enorm verval dus. Dit keer had ik de stroming wel goed bekeken, we hebben nagenoeg geen tegenstroom gehad, alleen het laatste kwartiertje voor de punt van Guernsey.
We nemen een borrel op de goede overtocht en gaan eerst aan het wachtponton nog maar even slapen. Dan wordt er in de bank nog het een en ander aan etenswaar gevonden en we nuttigen dit voor we naar binnen kunnen. We gaan St. Peter Port verkennen en belanden na enig omzwerven in de jachtclub, een mooi clubhuis met allerlei faciliteiten voor de zeilers. Een bijzonder aspect is dat ze een grote vijver hebben waar ze optimistzeilers les geven (hebben ze geen last van stroming en getijden) en wedstrijden houden voor modelboten. Een vermeldenswaardig compliment van een aardige zeilinstructeur: stuur jullie zoon(tje)s maar hierheen, dan kunnen ze hier leren zeilen in een optimist. Let wel: dit was serieus bedoeld!
We krijgen nog het advies vooral de eilanden rondom Guernsey niet te vergeten, want die zijn bijzonder attractief volgens de lokale zeilers.

27 mei
Hanny is niet meer boos, het is stralend weer en lekker warm.
We doen eerst inkopen, de was en dan gaat Hanny nog “even” shoppen. Gelukkig slaagt ze goed, en komt ze blij weer terug.
Na de lunch nemen we de lokale bus die het hele eiland rond rijdt. Je kunt onderweg ook nog uitstappen, wat rondkijken en met hetzelfde kaartje weer verder reizen. Het is een erg groen eiland, met smalle straten, mooie huizen met dito tuinen. Eigenlijk echt engels. De westkust is ruig, veel rotspartijen die bij eb grillig boven water uitsteken. Her en der een giga strand en het is begrijpelijk een gewild vakantie-eiland. Mooi om zo het eiland rond te gaan. We hebben mensen met fietsen gesproken die zich zeer ongemakkelijk voelden vanwege de smalle straten waar auto’s je nauwelijks kunnen passeren.
’s Avonds eten we Indiaas, erg smakelijk al hadden we ons van het geheel wat meer voorgesteld. Een redelijk prijzig menu; we zaten op een gegeven moment op een 2e dis te wachten toen ze al met de toetjes kwamen; in ieder geval beter voor onze slanke lijn.
De nacht was redelijk rumoerig, de bars blijven lang open en het bar publiek loopt dan ook tot 4.00 uur de hele buurt te vermaken met luid gebral.
Morgen vertrekken we naar Cherbourg, waar Daan en Miranda nog een weekje aan boord komen. Fijn om ze weer te zien na 4 maanden.

 

 Vorige Reisverslag  Naar Menu  Volgende Reisverslag